Het geluid dat wij produceren met onze stembanden is “stem”. Door gebruik te maken van articulatiebewegingen gaan we deze stem omvormen tot spraakklanken.
Stemstoornissen kunnen een organische of een functionele oorsprong hebben.
Een organische stemstoornis ontstaat door een aandoening van het strottenhoofd.
Een functionele stemstoornis ontstaat door verkeerd gebruik of misbruik.
De behandeling richt zich op stemrevalidatie en/of stemtraining.
Hieronder verstaan we het foutief produceren van spraakklanken ten gevolge van een organische, functionele of neurogene oorzaak.
Het betreft het dan het vervangen, weglaten of vervormen van klanken.
Leerlingen met leerstoornissen behalen meestal zwakke resultaten ondanks hun grote inspanningen.
Wanneer er sprake is van dyslexie, dysorthografie, dyscalculie, AD(H)D, NLD,… is de therapie dan ook gericht op het remediëren en compenseren van de leerstof zodat zij ondanks hun leerstoornis het gewone onderwijstraject kunnen blijven volgen.
We moeten wel steeds een goed onderscheid maken tussen een leerstoornis en een leerprobleem.
Bij een taalstoornis ontwikkelt de taal zich langzaam of anders in vergelijking met leeftijdsgenoten. We onderscheiden primaire en secundaire taalstoornissen. Een primaire taalstoornis kan zich zowel uiten in taalvorm (zinsbouw), taalinhoud (woordenschat) als taalgebruik.
Een secundaire taalstoornis is eveneens een achterstand op deze gebieden maar dan omwille van een verstandelijke handicap, gehoorstoornis of psychische stoornis.
Wanneer de communicatie verstoord word ten gevolge van een aandoening van het centraal zenuwstelsel spreken we van een neurogene communicatiestoornis. Deze verdelen we onder in dysartrie ( spraakstoornis), afasie ( taalstoornis) en verbale apraxie ( spraakstoornis).
De medische term voor alle problemen of moeilijkheden bij het slikken is dysfagie. Een normale slikbeweging vindt plaats in vier fasen en daarbij zijn 25 verschillende spieren en vijf verschillende zenuwen betrokken. En als u begrijpt hoe een normale slikbeweging verloopt, kunt u beter begrijpen waarom er problemen kunnen ontstaan.
Als men eten of drinken ziet, ruikt of proeft, heeft dit tot gevolg dat er speeksel wordt geproduceerd zodat als u voedsel in uw mond stopt (meestal vrijwillig) er extra vloeistof aanwezig is om het kauwproces gemakkelijker te maken.
Als het voedsel voldoende is gekauwd en er zich een zachte bolus gevormd heeft, duwt uw tong dit naar achter in de mondholte naar de bovenkant van de buis, die naar beneden naar uw maag leidt. Dit gedeelte van uw keel heet de farynx of keelholte. Dit gedeelte van het slikproces gebeurt ook willekeurig.
Zodra de bolus eten bij uw farynx komt, wordt het slikproces automatisch. Uw strottenhoofd (de larynx) sluit zich om te voorkomen dat er voedsel of vloeistof in de bovenste luchtwegen en longen komt en maakt de voedselbolus gereed om door uw keel verder te gaan (bekend onder de naam slokdarm).
Uw slokdarm, een buis met gespierde wanden die zich automatisch samentrekt, drijft het voedsel vervolgens verder omlaag naar uw maag.
Als u last heeft met slikken, kan het probleem zich voordoen in een of meerdere van elk van deze vier fasen. Problemen in verschillende fases veroorzaken verschillende problemen en symptomen.
Another website by Booyah!